Dit is mijn virtuele dagboek. Hoewel het lang niet dagelijks wordt bijgehouden, zoals ik nooit dagelijks in mijn dagboeken heb geschreven. Dus deze is al niet anders. Omdat het mijn dagboek is, mag ik erin schrijven wat ik wil, wanneer ik dat wil. En vandaag wil ik deze plek gebruiken om eens even flink te klagen. Je bent dus gewaarschuwd - de titel zegt het al. Wat ik allemaal te klagen heb? Oh, zoveel. Zat om eindeloos door te ratelen op mijn toestenbord. Dus ik begin maar en zie wel waar ik stop.
Ten eerste het roken. Ja, ik ben in de beruchte val van een ex-roker gevallen. Want waarom zou het mij wel de eerste keer blijvend lukken als het zovelen ook niet is gelukt? De spanningen van alles wat ik tot en met de tweede week van januari heb doorgemaakt, de zware behandeling van bestraling en wat dat allemaal met dit toch al brakke lijf heeft gedaan, is me uiteindelijk toch teveel geworden. Half februari ben ik weer begonnen. Heel klassiek verkeerd denkend dat ik het op "recreatief roken". Af en toe een sigaretje voor de leuk, voor het lekkere. Op vakantie was dat. Niet dus. Als snel werd een sigaretje af en toe gevolgd door nog een en nog een en nog een. En nu zit ik ongeveer weer op mijn "oude" rookniveau. Nog niet helemaal, maar toch. In mijn situatie is het bepaald niet aan te bevelen om te roken. Niet als er uit je mond een tumor is verwijderd en je daarna zwaar bestraald bent. Ja, ik ga stoppen. Sterker nog, ik ben al bezig. Cold Turkey deze keer, dus zonder hulp of ondersteuning van wat voor wondermiddeltje dan ook. Mooi... zou je zeggen. Nee, niet mooi. Want het lukt voor geen meter. Ja, gisteren wel. Omdat ik ineens zo onwijs verkouden ben geworden - met koorts erbij overigens - dat ik van lamlendigheid in bed ben blijven liggen. Nou ja, niet de hele dag dus. Want ik heb evengoed 3 sigaretten gerookt. Nog 3 teveel, maar al een heel stuk minder dan in de voorgaande weken. En voel ik mij daardoor beter? Nee, niet bepaald. Hoewel ik duidelijk merk dat mijn mond er blij mee is, ik word er minder blij van. Maar soit, het zij zo. Ik blijf proberen en proberen en het zal me toch wel lukken deze keer? Op wilskracht, omdat het slecht is, omdat mijn mond er slechter van wordt? Of om duizenden andere geldige redenen die ik zonder moeite weet op te noemen? Je zou toch denken van wel, nietwaar? Mis! Zo werkt het echt niet en ik baal daarvan. Meer dan dat ik fatsoenlijk onder woorden kan brengen. Want dit is weliswaar mijn dagboek, maar het wordt door anderen gelezen en dus zal ik me aan enkele regels van fatsoen houden en niet zomaar wat gaan "roepen" hier. Fatsoenlijk houden dus. Maar goed, het werkt dus niet zoals ik hoopte. De wilskracht is er wel, maar niet in aanhoudende mate. Oftewel: die wilskracht slingert heen en weer en op en neer en is dus niet datgene wat ik van mezelf gewend ben. Maar ik blijf het proberen. Op eigen kracht in vooralsnog maar als het echt niet lukt, dan maar met een of ander hulpmiddel. Geen pillen voorlopig (mag niet van de dokter) maar als het teveel wordt, dan zal ik vast wel een ander hulpmiddel vinden. En zo rommel ik een eind aan met die sigaretten. Hopelijk ben ik er snel weer vanaf. Rotdingen! Rotverslaving! Bah!!
De volgende klacht betreft die rottige verkoudheid. Die volgde op een weergaloos fijne dag in de zon op de Koemarkt ter plaatse, zittend op een terrasje met mijn lief, paps en mams erbij. En die eindigde met een fijn etentje. Precies 7 maanden na mijn laatste buiten de deur genoten hap. Bijzonder genoten die dag. En in het verlengde daarvan, dacht en hoopte ik de daaropvolgende maandag ook heerlijk te gaan genieten van het zonnetje, maar dan op eigen terrein. De tuin dus - of wat daarvoor moet doorgaan. Hoe dan ook lekker thuis. Wat een prachtige dag zou worden, liet uiteindelijk te wensen over. Het zonnetje was er wel, maar helaas ook een gemeen koude wind die om het huis heen dwarrelde en de warmte van de zon wegblies. Toch heb ik buiten gezeten, met een sjaal om de schouders (zwart, trekt lekker de warmte aan). En ja, het was toch wel fijn. Ware het niet dat in de loop van de dag dit brakke lijf zich steeds brakker en brakker ging voelen. Met een kou in de botten die niet door de wind werd veroorzaakt, heb ik het tot aan het begin van de middag volgehouden. Totdat ik het moest opgeven, overwonnen door een gestaag optrekkend front van verkoudsheidsbacillen. Of wat het dan ook geweest mag zijn. Afijn, overspoeld door de zware verkoudheid, heb ik mij naar bed laten drijven alwaar ik rillend onder het warme dekbed lag. Amechtig ademend, wat niet meevalt als beide neusgaten verstopt zitten. En met stapels zakdoekjes, neusspray, water en paracetamol onder handbereik. Slapen lukte niet, evenmin als de nacht ervoor (dit is de volgende klacht) en ik werd er knap chagrijnig van. Want het toch al brakke lijf schreeuwde om slaap die niet wilde komen. En van de weeromstuit begon de "oude" want niet zo oude kuitblessure weer op te spelen. Die ik opliep bij dat afgrijselijke vuilniswagenongeval waarbij mijn moeder betrokken was. En wat door het plotseling verschijnen van de kanker niet door de fysiotherapeute tot een goed einde van de behandeling kon worden gebracht. Want kanker gaat toch echt vóór een spierscheur. Zodoende speelt dat ding nu weer op. Met als gevolg dat het me de hele dag achtervolgt in de vorm van een iet aflatende afwezigheid. Welke weer gepaard gaat met een onbestemd doch bijzonder onaangenaam gevoel in de kuit. Geen pijn, maar meer een soort van diepliggende kriebel en het gevoel dat daar ergens een gat in de spier zit. Wat welbeschouwd waarschijnlijk zo is, ongeveer althans. Een scheurtje in het spierweefsel. Maar het voelt als een gat, een leegte waar normaal gesproken een forse spier hoort te zitten. En laten we de knie aan hetzelfde been niet vergeten. Die zo op z'n donder heeft gekregen toen ik Schellinkhout plat op m'n bek ging in een poging de uitgebroken hond per onbekende fiets te achtervolgen. Een poging die dus jammerlijk mislukte doordat ik ongelooflijk hard op m'n bek ben gegaan, recht op de toch al niet zo beste knie. De enorme schaafwond aan de buitenkant is inmiddels geheeld, maar de aangebrachte schade aan de binnenkant overduidelijk niet. En zo loop ik dus met een slappe kuit waar een gevoelsmatig gat in zit en een knie die doet en laat wat ie wil. En natuurlijk met die verkoudheid er bovenop. Volle want verstopte neus en een naar beneden zakkende verkoudheid. Van de bovenste luchtwegen naar de lager gelegen luchtwegen. Zo breidt die zich uit. Dus sinds afgelopen (half doorwaakte) nacht, lig en loop ik niet alleen half mank en snotterend danwel half stikkend, maar nu ook hoestend en rochelend. Wat niet zo goed meer lukt sinds de operatie en de bestraling, dus al met al is het een zeer vermoeiende bezigheid die het brakke, brakke lijf teistert. Dan zou je toch denken dat de slaap wel verlichting brengt? Ja, tuurlijk... bij veel andere mensen waarschijnlijk doch niet bij mij. Want (dit is dus die volgende klacht): slapen lukt voor geen meter. Niet zonder hulp van de farmaceutische industrie en niet met diezelfde hulp. Urenlang lig ik wakker, gapend en tollend van de slaap. En toch komt die slaap maar niet! Waar dat kreng uithangt, ik zou het niet weten. In ieder geval niet in mijn buurt. Althans, meestal niet. Want natuurlijk breng ik niet de hele nacht doorwaakt door. Wel de halve nacht, met hazenslaapjes. Van die slaapmomenten waarbij je je bewust blijft van de omgeving en alle geluiden die daaruit voortkomen. Dus niet diepe hazenslaapjes, maar lichte. Die, inderdaad - zo vlug als een haas zijn. En zo vluchtig ook. Dus het toch al brakke en geteisterde lijf krijgt ook nog eens niet de rust die het zo hard nodig heeft. Deze menselijke machine is echt van het padje afgeraakt hoor.
De volgende klacht betreft de darmen. Hoewel ik moet toegeven dat het een stuk beter gaat, het gaat nog lang niet vanzelf en zeker niet zoals het hoort. Om een herhaling van zetten te voorkomen, beperk ik mij tot bovenstaande opmerking. Het gaat niet zoals het hoort.
En zo rommel ik maar door. Met opspelende oude blessures, een zware verkoudheid met koorts eroverheen, geplaagd door een oplopend gebrek aan slaap.
En het is juist die slaap die ik zo hard nodig heb. Want als ik uitgerust ben, dan kan ik de dagelijkse worsteling met het brakke en geteisterde lijf beter aan. Zonder die rust, ben ik nergens. Kan ik het emotioneel allemaal minder goed aan en ga ik aldus heen en weer en op en neer in mijn emoties en met mijn denken.
Want oh oh, wat ben ik bang! Bang dat de kanker ineens weer de kop opsteekt omdat het tumorweefsel toch niet voldoende bestraald is. Omdat mijn slijmvliezen zo raar doen, zo bekend en benauwend raar. Een dikke tong met een gegolfde zijkant, speekselkliertjes die gek doen, afijn: het hele arsenaal aan wat ik voor de operatie allemaal voelde komt nu ook weer voorbij. Waarschijnlijk wakker geschud door de verkoudheid natuurlijk. Want dat doet nu eenmaal ook rare dingen met het mondslijmvlies. Toch? Of niet? Ik weet het niet. Mijn denken en voelen is in een mega-botsing gekomen. Knal, keihard in frontale botsing tegen elkaar aan. Waar denken nog wel eens de overhand wil nemen, neemt het voelen nu de leiding. En werpt mij alle kanten op en laat mij ademloos en bevend achter. Het voelen wat niet te stoppen is, de angst regeert. De ratio delft het onderspit en komt er weer bovenop en gaat weer ten onder. Aan angsten, reële dan wel ingebeelde. Want inderdaad, ik zie mij geest alweer dwalen hoor. Weer onderzoeken links en rechts, weer blijven roepen dat het zeer doet, dat het niet goed voelt en weer tegen een muur oplopen van testresultaten die normaal zijn en alles wat ik al eerder heb meegemaakt. Soms kan ik het stoppen, meestal niet. Soms kan in redelijk blijven, meestal niet. Soms kan ik de race tussen ratio en emotie stoppen, meestal gaat het met me op de loop. Dit was dus de volgende klacht. Ik word gék van mezelf, gek van de ratio die het niet wint van het onheilsgevoel. En met die gekte, maak ik mijn lief ook soms gek. Wat op zich al een hele prestatie is, want die laat zich niet zomaar gek maken. Maar nu sleep ik hem soms mee en dat is niet goed. Een van ons tweeën moet het hoofd koel houden. Gelukkig is mijn lief meestal degene die dat het beste lukt. Maar soms raken we allebei op drift en dan is er geen land met ons te bezeilen.
Lezer dezes was aan het begin gewaarschuwd over de inhoud van dit blog: een klaagzang. Uren en uren zou ik nog wel door kunnen gaan, maar de slaap komt weer even plagend en pestend langs. Lang genoeg om me te doen gapen en gapen, maar te kort om mij in diepe slaap te brengen. En dus ga ik maar opnieuw kijken naar het dageraad, het wakker worden der mensheid. Want het wakker worden der natuur heb ik vanaf 5 uur vanochtend al mogen aanschouwen, de mensen zijn nu aan de beurt. Te scholieren die op weg zijn naar hun klassen en allerlei ander volk dat via het fietspad achterlangs mijn huis, aan de overkant van de sloot haar weg naar werk en school probeert te vinden. Laat ik daar mijn vermoeide blik maar eens op gaan richten.
Genoeg geklaagd voor vandaag. Morgen weer een (klaag)dag. Toch?
hey lieverd
BeantwoordenVerwijderenik hoop dat het klagen even lekker heeft opgelucht, en dat de verkoudheid nu een heel stuk minder is.
verkoudheid... zo gek is dat niet met een lijf dat nog helemaal van slag is en dan dit weer.
dat gejojojo....eerst warm dan ijskoud enz enz... daar word je ook verkouden van!!!
word tijd dat het weer 1 kant kiest ;)
Verder weet je, ik ben trots op je dat je weer gaat stoppen, met alles wat jij over je heen hebt gekregen,is het misschien niet helemaal gek dat je weer in de val getrapt bent... een anders zou voor minder erin trappen ;)
zoals ik hier.... het idee is er om te stoppen... nu de uitvoering nog en die laat al een tijd op zich wachten!!! maar jij gaat t weer kunnen!!!!!!
zet hem op he!!!